Annuleren

Zoek hier binnen onze website

INTERVIEW: Raju Adhikari: verstoten, gezien, geliefd

INTERVIEW.jfif

Hij groeide op in armoede, verloor op jonge leeftijd zijn vader en kwam in aanraking met de Bijbel in een land dat christenen vervolgt. In dit interview deelt Raju Adhikari (52) zijn levensverhaal met jou. Een verhaal vol verdriet, maar ook van grote wonderen.

“Ik heb een moeilijke jeugd gehad. Ik ben geboren in India, waarna mijn ouders vrij snel verhuisden naar de bergen rond Pokhara in Nepal. Mijn vader stierf door een ziekte toen ik jong was, ik kan mij hem niet herinneren. Mijn moeder probeerde mij en mijn twee broers op te voeden, maar er was geen inkomen, er waren veel conflicten en er was geen geld om naar school te kunnen gaan. Na een aantal jaar trouwde mijn moeder met een andere man, verhuisde naar een andere plaats en liet ons achter. Mijn oma zorgde vanaf die dag voor ons en verhuisde met ons naar de stad. Een aantal familieleden gaven ons geld, zodat we toch naar school konden gaan. Helaas was het te zwaar voor mijn oma om voor ons te zorgen. Ik kreeg slechte vrienden, verliet het huis van mijn oma, ging van school af toen ik 13 jaar oud was, begon met drinken en wilde niet meer leven.”

Hoe kwam er verandering in uw leven?

“Op een dag hoorde ik van mijn vrienden dat ze een schrift hadden gekregen van een kerk in de buurt. Dat wilde ik ook wel. Mijn eerste bezoek aan die kerk was het begin van een grote verandering. De gemeenteleden namen me, na mijn eerste bezoek, mee naar de Bijbelstudie. Ik weet nog steeds wat de boodschap was van die eerste bijeenkomst. ‘Als er vieze en schone bekers voor je staan, lijken ze van buiten schoon, maar toch kies je voor een schone beker. In onze cultuur ben je onrein als je uit een gebruikte beker drinkt. God weet hoe jouw hart er van binnen uitziet en toch kiest Hij juist een vuil hart uit.’ Ik ontving een Bijbel, bleef kerkdiensten bezoeken en Bijbelstudies volgen. Ik voelde me gezien en geliefd in deze gemeente.”

Welke boodschap zou u aan jongeren in Nederland willen meegeven?

“Na verschillende jaren van rondzwerven vond ik meer rust en trouwde ik met Sarala. Ik kreeg een baan aangeboden als uitvoerend directeur bij een stichting die mensen in nood helpt. Het is belangrijk om ons leven niet geïsoleerd en op onszelf gericht te leven. God roept ons om uit te gaan. Om dat samen te doen. Hij heeft ons zo gemaakt dat we elkaar kunnen aanvullen en van daaruit samen Zijn licht uitdragen. Want Zijn licht geeft hoop en een doel om voor te leven. Het is mooi als je je leven durft te delen met anderen.”

Op welke manier heeft u gemerkt dat de Heere voorziet?

“Na een aardbeving was er, in een van de bergdorpjes die Nepal rijk is, een lawine ontstaan. Wij gingen met een pickup-truck vol met hulpgoederen op pad om de bewoners van dit dorp te helpen. Na een aantal kilometers rijden raakte de tank leeg. We parkeerden onze truck achter een lange rij wachtenden voor het benzinestation. De aardbeving had gezorgd voor moeilijkheden in het leveren van brandstof. Na uren wachten, waren wij aan de beurt. De pompbediende gaf echter aan dat de benzine op was. Na uren bellen en zoeken naar oplossingen gaven we het op. We besloten onze handen te vouwen en God te vragen om hulp. Daarna vroegen we de pompbediende onze truck te tanken. Na even aandringen luisterde hij en... er kwam onverwacht benzine uit. Onze truck werd getankt en toen was de benzine weer op.”

Meer lezen? Lees heel het interview op bladzijde 8-11 van Daniël #15 (2024).

289